Kat & lichaam
De reuk en het ‘ruik-proeven’
Katten hebben een zeer fijne neus: ze kunnen van alles ruiken. Hun neus helpt ze bij het bepalen van het territorium (van wie is het?), bij het vinden van eten en bij het beoordelen daarvan (is het eetbaar en vers?) En hun neus werkt meteen als ze geboren worden.
Het gehoor en het evenwicht
Katten hebben goede oren: soms lijken het net schotels! Je kat kan haar oren naar de bron van het geluid richten, tot een hoek van 180 graden. En ze kan geluiden opvangen die voor ons niet te horen zijn. Handig: haar prooien maken hoge (piep)geluiden!
Het zicht
Katten kunnen beter zien dan mensen, vooral in het donker! Haar ogen zijn gericht op beweging van haar prooidier. Een stilzittende muis vlak voor haar zal ze niet opmerken; haar zicht is op ongeveer 60 – 90 cm van haar gezicht het best.