10 mythes en feiten over katten

Over katten bestaan een hoop mythes en feiten. Kunnen katten ook hondsdol worden? Belanden ze altijd op hun pootjes? Zijn alle katten en honden vijanden? Topkatten heeft 10 bekende mythes gepakt en gekeken wat de feiten zijn.

Mythe: Katten kunnen geen hondsdolheid (rabiës) krijgen

Feit: De naam hondsdolheid is misleidend: ook katten kunnen, net als andere zoogdieren, wel degelijk hondsdolheid krijgen. Door de hondsdolheid verandert een besmette hond, en ook een besmette kat, in een agressief dier. In Nederland komt de ziekte zelden voor, maar in tal van andere Europese landen hebben vossenpopulaties er erge last van. Tegen rabiës bestaat een inenting.

Mythe: Katten en honden zijn aardsvijanden

Feit: Katten zijn heel goed in staat om een vriendschap met honden, of andere huisdieren, op te bouwen. Als kittens op jonge leeftijd met honden kennismaken, zullen ze de rest van hun leven goed met honden kunnen samenleven. Oudere katten zullen hier wat meer moeite mee hebben, voornamelijk door de verschillen tussen de lichaamstaal van honden en katten. Zo zwaaien katten voornamelijk met hun staart als ze boos of agressief zijn, honden zwaaien met hun staart als ze blij en opgewekt zijn.

Mythe: Katten die alleen binnenleven, zijn ongelukkig

Feit: Niet alle binnenkatten zijn ongelukkig. Een oudere kat die eerder wel naar buiten kon, maar later niet meer, kan daar inderdaad ongelukkig van worden. Jonge katten, die vanaf het begin binnen worden gehouden, kunnen makkelijk aan een leven binnenshuis wennen. Wel moet je bij een binnenkat voor wat meer spel en afleiding zorgen: zorg dat je kat met speeltjes het jachtinstinct vrij kan laten gaan en aan een krabpaal haar nageltjes kan scherpen. Ook zijn er tal van mogelijkheden om op een balkon of in een tuin een (kleine) ren te maken, waardoor de kat toch naar buiten kan, maar niet aan de gevaren van buiten (grote weg, potentieel vergif) wordt blootgesteld.

Mythe: Katten landen altijd op hun pootjes

Feit: Als katten van grote hoogte vallen, draaien ze instinctief hun lichaam om. Op deze manier belanden ze vaak op hun poten op de grond. De sterke spieren van de poten kunnen de klap vaak opvangen, maar niet altijd. Soms houden katten aan een val gebroken botten over. Ook is het voor een kat niet mogelijk om op de pootjes terecht te komen als de val van een lage hoogte is. Ze hebben immers ruimte nodig om het lichaam te draaien, en dat is bij een val van lage hoogte niet mogelijk.

Mythe: Katten hebben geen vaccinaties nodig

Feite: Katten hebben wel degelijk vaccinaties nodig. Het lichaam van een kat kan zichzelf voor een gedeelte zelf herstellen, maar het kan niet alle ziektes zelf aan. De antistoffen die nodig zijn om een bepaalde ziekte tegen te gaan, krijgt een kitten via moedermelk en later via vaccinaties. Zo is de kat beschermd tegen een aantal ziektes die anders dodelijk zouden zijn!

Mythe: Katten moeten melk drinken

Feit: Katten moeten juist geen melk drinken. In koeienmelk zit lactose, een stof die de darmen van een kat niet kunnen verteren. Door het drinken van koeienmelk kunnen katten diarree krijgen. Het is beter om speciale kattenmelk te geven: deze vinden katten meestal even lekker.

Mythe: Ook katten kunnen vegetarisch leven

Feit: Katten zijn van oorsprong carnivoren, vleeseters. Hun lichaam, waaronder hun maag en darmen, is ingesteld op de eiwitten en voedingsstoffen uit vlees. Op een dieet zonder vlees kunnen katten moeizaam leven en zullen ze erg afvallen.

Mythe: Binnenkatten kunnen geen besmettelijke ziektes of parasieten krijgen

Feit: Ook binnenkatten kunnen een besmettelijke ziekte of parasieten krijgen. Ze kunnen het dan wel niet direct van een andere kat van buiten krijgen, maar ziekteverwekkers kunnen ook binnenkomen op schoenzolen of kleding van hun eigenaren. Ook binnenkatten kunnen dus soms te maken krijgen met wormen of andere besmettelijke ziektes en parasieten.

Mythe: Zwangere vrouwen zouden niet met een kat moeten samenleven

Feit: Zwangere vrouwen kunnen best met een kat samenleven, zolang ze maar enkele voorzorgsmaatregelen nemen. Sommige katten dragen een voor hen onschuldige parasiet bij zich, die de ziekte toxoplasmose bij mensen kan veroorzaken. Deze ziekte levert ernstige problemen op voor het ongeboren kind. Deze parasiet verspreidt zich via de uitwerpselen van een kat. Zwangere vrouwen worden daarom aangeraden om niet de kattenbak schoon te maken, maar dat door iemand anders te laten doen. Van het aaien van een kat kun je de ziekte niet krijgen.

Mythe: Katten kunnen hun eigen wonden genezen door deze te likken

Feit: In het speeksel van een kat zitten wel stoffen die een wond kunnen schoonmaken, maar niet kunnen genezen.

Foto’s: AnneHe, Vikush en Woopidoo2