Een verdeling van de ruimte in bed

Het mensenbed: een gewild object in een huishouden van mensen en katten. En er wordt nog al eens over gewedijverd: wie heeft nu het meeste recht op de ruimte van het mensenbed? Het antwoord van een mens en van een kat.

Volgens mensen

Mensen ’s nachts, de kat overdag. Punt.

Volgens katten

Nee, nee! De waarheid is dat katten meer ruimte in bed nodig hebben, ook ’s nachts. Waarom? De ruimte hangt af van twee factoren: hoeveel uur de slaper per etmaal slaapt en het gewicht van de slaper. De hoeveelheid slaaptijd is belangrijk, want hoe langer je in bed ligt, hoe vaker je van plek wilt veranderen (gewoon omdat zo’n plekje na verloop van tijd verveeld raakt). Hoe meer je weegt, hoe dieper je in het matras zinkt, en dus minder ruimte nodig hebt.

Daar is een mooie formule voor: bedruimte = slaaptijd in percentage van een etmaal / wortel van het gewicht

Als je dat voor een mens en voor een kat uitrekent, komt er een verhouding uit. Een voorbeeld:

Een mens slaapt ongeveer 8 uur per etmaal, dus 33,33%; een kat slaapt ongeveer 16 uur per etmaal, dus 66,67%. Stel dat die mens 75 kg weegt en de kat 4,5 kg. Dan kom je op het volgende:

Mens: 33,33% / wortel(75) = 3,85
Kat: 66,67% / wortel(4,5) = 31,45

Dan telt het hele bed voor (3,85+31,45) 35,3. Een kat heeft recht op 31,45 deel van 35,3; komt neer op 89%, en de mens de resterende 11%. Een kat heeft dus ook ’s nachts meer ruimte in het bed nodig!

Foto: Caroline (CC-licentie)